Hoe overwin ik beperkende overtuigingen (deel 2)?
The Work of Byron Katie is de management tool die ik gebruik om mezelf en anderen te helpen om de stap te maken van ons doemdenken naar de innerlijke wijsheid van onze intuïtie. Dit voorbeeld is gebaseerd op de voorafgaande blog ''Hoe overwin ik beperkende overtuigingen (deel 1)."
Eerst vul ik een Oordeel over je naaste werkblad in. Voor het werkblad kun je op de website van The Work Nederlands naar links onder scrollen.
Wanneer: een zonnige middag
Waar: langs het riviertje
Situatie: op mijn werk is er een nieuw management tool geintroduceerd.
1. Ik ben boos op mijn manager omdat hij me te veel onder druk zet.
2. Ik wil dat mijn manager meer begrip voor me heeft.
3. De manager zou mijn overhead niet moeten vergroten.
De manager zou zich meer op de dienstverlening aan de studenten moeten richten.
4. Ik heb nodig dat de manager ophoudt me te controleren.
5. De manager is: dwangmatig, verstikkend, beangstigend, een slavendrijver, beperkt.
6. Ik wil nooit meer meemaken dat mijn manager de tevredenheid met mijn werk bederft.
Wanneer het werkblad ingevuld is, stel ik mezelf de vier vragen toegepast op de eerste stressvolle gedachte:
1. In dit moment langs de waterloop: Is het waar dat de manager te veel druk op je legt? Als ik naar het antwoord luister dat uit mijn hart komt, in plaats van uit mijn hoofd: Ja.
2. Kan je absoluut weten dat het waar is dat de manager je te veel onder druk zet? Als ik blijf zitten mediteren en nog dieper in mij kijk: Nee
3. Hoe reageer je als je gelooft dat de manager te veel druk op je legt? Ik word boos en bang. Mijn spieren trillen. Mijn hart klopt snel. Ik voel mijn bloed koken. Er stroomt een overdosis adrenaline door mijn aderen. Het voelt ook alsof er een steen in mijn maag zit. Ik zie beelden van mij in de toekomst met een burn-out. Ik zie me ontslagen worden. Ik blijf in gedachten steeds maar weer herinneringen aan vroegere situaties zien waarin ik me ook door het management bedreigd voelde. Ik behandel de manager als mijn persoonlijke vijand. Ik ervaar hem als machtig en mijzelf als machteloos en afhankelijk.
4.Wie zou je in deze situatie zijn zonder de gedachte dat de manager je te veel onder druk zet? Ik blijf ontspannen en alert in het hier en nu. Mijn lichaam voelt een stuk prettiger aan. Ik adem dieper. Ik geniet van de wandeling langs de rivier. Ik voel de zon me verwarmen. Ik zie de mooie zwarte libellen. Ik hoor het kabbelende water. Ik vertrouw dat er een oplossing zal komen die goed is voor ons allemaal: mijzelf, de studenten en de organisatie.
Dan probeer ik voorbeelden voor de omkeringen te vinden van: de manager zet me te veel onder druk.
· naar mezelf: ik zet mezelfte veel druk.
Voorbeelden: ik zet mijzelf onder druk door het creëren van stressvolle fysieke gewaarwordingen (Mijn spieren trillen. Mijn hart klopt snel. Ik voel mijn bloed koken. Er stroomt een overdosis adrenaline door mijn aderen. Het voelt ook alsof er een steen in mijn maag zit.). Door de manager als mijn vijand te zien. Door het creëren van stressvolle toekomstverwachtingen: burnout en ontslag.
· naar de ander: ik zet mijn managerte veel onder druk
Voorbeelden: Ik verwacht dat de manager het met mij eens is dat zijn urenregistratie te gedetailleerd is. Ik wil dat hij de controle loslaat. In mijn gedachten behandel ik hem vijandig.
· naar het tegenovergestelde: de manager zet me niet te veel onder druk.
Voorbeelden: Hij heeft mij niet verteld dat ik meer moest doen dan de standaar 15 minuten voor een gesprek. Hij had niet in gedachten om deze tool te gebruiken om me te ontslaan. Hij gaf me de ruimte om creatieve oplossingen te vinden.
Als ik mijzelf ook de vier vragen over de andere stressvolle gedachten van mijn werkblad stel, ontdek ik:
· Ik wil dat ik aardiger voor mezelf ben en voor mijn manager.
· Ik zou zelf mijn overhead niet moeten vergroten, maar me meer moeten richten op de functie die ik voor de studenten vervul.
· Ik moet stoppen mezelf te controleren uit angst om ontslagen te worden. Ik heb de manager niet nodig om mij dat aan te geven, het is zijn taak om te controleren. Ik moet stoppen hem in gedachten te vertellen wat hij wel of niet moet doen.
· Als ik vanuit angst reageer ben ik zelf dwangmatig, verstikkend, beangstigend, een slavendrijver, kortzichtig.
Tenslotte controleer ik mijn antwoord op vraag nummer 6 van het Werkblad:
· Ben ik bereid om te ervaren dat mijn manager mijn tevredenheid over mijn baan weer bederft? Ja, want ik weet nu dat hij daar niet toe in staat is. Ik ben de enige die dat kan en ik kan het ook stoppen door op mijn intuïtie te vertrouwenen en creatieve oplossingente vinden. Daarom kan ik ook uitkijken naar deze ervaring . Ik zie mijn werk en de relatie met mijn manager nu als een uitdaging. Dit betekent dat mijn Work op dit werkblad klaar is.